Op deze foto zien we Johannes Smit (1881 – 1968) en zijn in
Duitsland geboren echtgenote Luise Emilie Becker (1890 – 1951).
Joh. Smit was een groot fokker, eigenaar en heerrijder.
Hieronder een In Memoriam, geplaatst in "Paardesport in ren en draf" nr. 12 van 22-03-1968,
geschreven door Cees Berg. Schuingedrukt staan enkele toevoegingen van de webmaster, ter verduidelijking.
Titel "In Memoriam Joh. Smit "
Met de heer Joh. Smit, die op 86-jarige leeftijd woensdagavond in zijn woning aan de Herestraat 5 te Groningen aan een hartverlamming is overleden, is een der markante figuren uit de Nederlandse drafsport heengegaan. Zijn grote verdiensten voor de drafsport en fokkerij zouden in december 1961 bij het bereiken van de 80-jarige leeftijd in het licht zijn gesteld, ware het niet dat hij de avond tevoren bij een val zijn dijbeen brak en moest recipiëren in het ziekenhuis. Zijn ijzersterke gestel bracht hem er weer bovenop en sindsdien verscheen hij nog vaak op de banen in het Noorden en Westen om van nabij de dravers, waaraan hij met hart en ziel verpand was, weer eens te zien.
Inderdaad met hart en ziel. Als jonge kerel al kreeg hij met dravertjes te maken in het fourage-bedrijf van zijn vader, die van
opschieten hield. Op 28-jarige leeftijd nam Joh. Smit het bedrijf van zijn vader over. Van die leeftijd af is hij steeds omringd geweest door paarden. Oldenburgers, concours- en springpaarden, die hij zelf niet onverdienstelijk reed.
Van lieverlee ging zijn interesse echter meer uit naar de dravers. Waarom? Dat wist hij zelf niet. Joh. Smit hield van snelheid,
met de auto en met paarden. In het zakenleven was hij zeer succesvol. Hij startte meerdere bedrijven en werd steenrijk, waardoor hij zijn hobby kon uitbouwen. Zie verderop.
In 1920 was het dan zover dat hij samen met J. Bolwijn een draverstal oprichtte onder de naam stal
Vitesse. De eerste paarden waren Nobillissimus, Peter Harvester, Telegrafist en Don Juan. Met Nobillissimus reed en won hij zijn
eerste koersen als amateur. Deze ervaring vond hij zo geweldig, dat hem dit nimmer heeft los gelaten. Dat hij dan ook later
de voorzitter zou worden van de Nederlandse Amateurrijders Club en vice-voorzitter van de Europese Federatie voor Amateurs was niet verwonderlijk. Hij was in deze functies een joyeuze charmante figuur, die niettemin vlot met de voorzittershamer kon omgaan. In deze taken heeft hij zich vooral beijverd met een internationale uitwisseling van amateurs. Wedstrijden met Berlijnse amateurs, Hamburgse en uit West-Duitsland bevorderde hij. Aan een fokkerij werd aanvankelijk nog niet gedacht, doch tegen het einde van
de dertiger jaren kwam het er toch van. De eerste merrie werd de Duitse import Alinda. Het eerste fokproduct werd Gruno's Gregor. Langzamerhand breidde de fokkerij zich door eigen kweek en imports uit. De Amerikanen Calumet Cane, Calumet Donald, de Franse hengst O Lapize, Aster (moeder van Olga Pluto), Schatulle (moeder van Madame B), Flori, Herba Peter, Kurmark, Nelly Pluto en vele andere.
De heer Smit hield van spreiding. Hij had paarden bij de gebroeders Jan en Egbert Kruithof, Willem Geersen, Joop v. d. Berg, Kees Ockhorst en Bonne de Jong. Befaamde paarden liepen onder de kleuren blauw/zwart gestreept:
Baronesse K, Monsieur le Major, Fiscus, Juno Vita enz. Een lange rij, waarin de hengsten Fried en Stüermann, Notekraker S, Abdullah Scott - jarenlang Nederlands recordhouder - en zeker niet de legendarische Quicksilver S mogen worden vergeten.
Joh. Smit, groot fokker, eigenaar en heerrijder.
Boven: Abdullah Scott (rechts met Joh. Smit) verslaat
de Fransman Bobichon
in de 2e heat van de Lieda B-prijs
op een bomvol Groningen.
Boven: Abdullah Scott in close-up,
gereden door heerijder/eigenaar Joh. Smit.
Boven: Abdullah Scott wint ook de finale van de Lieda B-prijs,
voor een andere Fransman van Stal Gruno, Monsieur le Major.
Boven: Abdullah Scott met heerrijder Joh. Smit begin jaren veertig
in Groningen, als deelnemer aan de Lieda B-prijs.
Boven: Kampioenschap van Nederland 1940:
Abdullah Scott bij de huldiging op Groningen
met Jan Kruithof en Dhr. en Mw. Smit.
Boven: Abdullah Scott heeft het Kampioenschap Ned. Paarden 1941
veroverd in Groningen. Eigenaar Joh. Smit (Stal Gruno) en zijn vrouw
staan rechts naast trainer/rijder Jan Kruithof.
Boven: De importhengst Druy (Jo Smit) zegeviert in een heerrijderskoers,
voor St. Bernhard. En een heer draagt een stropdas.
Boven: Monsieur le Major (Fr) wint hier in handen van Jo Smit
de 3e heat van het Kampioenschap der Heerrijders 1942,
voor Allouez met N. Doeven.
Boven: Monsieur le Major (Fra) en een gelauwerde Jo Smit tijdens
de huldiging na hun zege in het Kampioenschap der Heerrijders 1942,
na drie heats.
Trainer Jan Kruithof houdt het paard vast.
Richard Bosma staat
in het midden.
Van deze foto is een schilderij gemaakt, dat ongetwijfeld in de
werkruimte van Joh. Smit heeft gehangen. Nu hangt het in het
NDR-Museum, zie hieronder.
Boven: "Heerrijder" Jo Smit staat hier links op de foto,
en verder v.l.n.r.: Sipke Castelein, I. Nijssen, dan met de krans
Rinus Brunt (Amateurkampioen met Zus Braun in 1939),
Richard Bosma
en J. Drent.
Boven: Kampioenschap van Nederland 1942:
O Lapize en E. Kruithof worden gehuldigd in het bijzijn van
eigenaar Jo Smit, zijn echtgenote en trainer Jan Kruithof.
Fokker Joh. Smit
Meer dan tweehonderd fokprodukten zijn in de loop der jaren uit de stoeterij Smit in het Stamboek ingeschreven, wel een bewijs
dat dit aantal zijn stempel blijvend in de Nederlandse drafsport zal drukken. Hij gaf zijn veulens vogelnamen, gevolgd door de letter S. Bekende voorbeelden zijn Notekraker S, Nestkuiken S, Kievit S, Kwarteltje S, Leeuwerik S, Vuurgoudhaantje S, Bosvink S, Toekan S, Tureluur S en Zilverreiger S. Denk aan een vogel, zet er een S achter en je hebt een paard van Smit. Met de letter Q was het moeilijk, dus werd het geen vogel, maar Quicksilver S.
Het behoeft wel geen betoog, dat bij de reorganisatie van de draf- en rensport in de na-oorlogse jaren de heer Smit op grond
van zijn rijke ervaring voor vele functies werd gevraagd. Hij werd secretaris van de Eigenaarsvereniging de Noordelijke Drafsport, penningmeester van de Algemene Eigenaarsvereniging „De Drafsport", bestuurslid van de Vereniging van Fokkers van Draverspaarden en lid van het Hoofdbestuur van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, functies die hij jarenlang met ambitie en grote
accuratesse heeft vervuld.
Hoe deze man de tijd vond om al deze functies naast zijn bestaande zakelijke beslommeringen te vervullen was voor iedereen
een raadsel, temeer nog omdat hij zelf altijd zoveel mogelijk in eigen hand wilde houden. In zijn kantoor en huis aan de Hereweg 5, waar de deur altijd open stond, dirigeerde hij alles. Per telefoon en briefjes van twee, drie regels.
Nooit met vakantie, maar altijd achter zijn bureau, „Hij is er niet achter weg te slaan", zeiden ze in Groningen. Overdreven, want Harenermolen - de eerste stal van hem - en later Zuidhorn, waar zijn paarden stonden, waren enige keren per week zijn afleiding.
„Dat is mijn vakantie," zei hij steeds.
Joh. Smit is wel eens een omstreden figuur geweest. Maar hoge bomen vangen veel wind. In zijn zaken kon hij bikkelhard zijn,
maar ook weer merkwaardig soepel. Eens heb ik bij een "geschreven" portret van de heer Smit gezegd: „Soms een harde zakenman,
maar ook een man met begrip en gevoel, dat hij achter een façade van een bepaalde bewogenheid schuil laat gaan. Maar wie achter
de façade kijkt, hem langer kent, zijn vertrouwen zoekt en wint, zal in hem treffen een groot en goed vriend, die steunt en helpt waar hij kan".
Hij ging daarop niet prat, sprak er nimmer over, maar deed het vaak op de meest verrassende momenten.
Joh. Smit was in de
drafsport een grote figuur, die in de afgelopen 25 jaar door zijn talloze bestuursfuncties, maar nog meer door zijn paarden en fokkerij zijn naam voorgoed in de geschiedenis van de drafsport verweven heeft. Gelukkig heeft hij nog een groot deel van zijn leven de resultaten van zijn werk kunnen zien en meemaken. En dat is een troost.
Rust in vrede.
(einde In Memoriam door Cees Berg)
Joh. Smit en Quicksilver S
Enkele fragmenten uit artikelen over Quicksilver S
Bij zijn afscheid van de baan in 1966 hield een journalist een gefingeerd vraaggesprek met Quicksilver S:
Journalist: "En uw eigenaar Joh. Smit uit Groningen?"
Quick: "De oude heer Smit ken ik nauwelijks. Jaren lang is hij naar elke
wedstrijd die ik liep, komen kijken. Tweederde van het geld dat
ik win, is voor hem. Maar het wond hem eigenlijk te veel op. Hij
werd er te oud voor. Hij is nu 84. Een paar jaar geleden heeft hij
zijn heup gebroken. Hij is nu erg slecht ter been. Als ik in Groningen
loop, wordt hij in een auto tot vlak bij de finish gereden. Dat
is wat ik van hem zie. Kennen doe ik hem eigenlijk niet."
Wagenaar Senior vertelde aan de journalist: "Moet je goed luisteren, jongen. Ik was jaren geleden al
stapelverliefd op Quickie. Dat was nog in de tijd dat ie af en toe
een koers won en dan weer drie maanden niks deed. Ik geloofde in
dat paard. Ik wou dat paard hebben. Na die omzwervingen van Quickie
in Nederland, België en Frankrijk kocht de ouwe Smit hem weer terug.
Ik geloof dat het Grotendorst uit Den Haag was, die toen eigenaar
was. Die kwam bij mij en die zei: Ik ben er eindelijk in geslaagd
die ouwe geldwolf van een Smit een poot uit te draaien. Ik zeg:
Hoezo? Hij zegt: Ik heb hem Quicksilver verkocht voor vijfduizend
gulden. Ik zeg: Jongen, doe me een plezier, koop hem terug voor
zesduizend, dan koop ik hem van jou voor 6500! Hij zegt: Jan, jij
bent gek, dat paard is geen moer waard! Toen belde Richard Bosma
van Smit me op en die zei dat Quickie bij Geersen zou gaan staan.
Ik zeg: Luister Richard, daar staat ie verkeerd. Want Geersen en
ik mochten mekaar niet zo erg. Maar hij ging toch een half jaar
naar Geersen en hij stond er verkeerd. En toen belde Richard me
weer op en die zei: Heb je morgen plaats? Ik zeg: Voor Quickie altijd!
Hij zegt: Hoe weet jij dat je Quickie krijgt? Ik zeg: Gefeliciteerd,
jongen, gefeliciteerd!"
Op de 22ste februari 1966 is Quicksilver S zeventien jaar geworden. Naar
mensenmaatstaven gemeten was dat zijn 74ste verjaardag. Een krasse
oude dus, die iedereen verbaast met de kracht die nog in zijn body
schuilt. Net zo kras als zijn eigenaar, die ook op 74-jarige leeftijd
zijn laatste koers reed. En ook iedereen verbaasde toen hij die
nog won ook. Dat is nu tien jaar geleden. Maar een paar weken terug
liet de heer Joh. Smit toch ook nog de 24-jarige verpleegster die
hem verzorgt, opbellen naar de manege in Groningen met de boodschap
dat men hem onmiddellijk met een auto moest halen; hij wilde weer
eens op de rug van een paard zitten. "Als ze me helpen opstappen,
dan rijd ik zo het bos in. Het zou goed zijn voor mijn pijnlijke
heupgewrichten," zegt de multimiljonair, eigenaar van drie strokartonfabrieken,
van een vlas- en aardappelhandel en eigenaar van Nederlands grootste
drafpaardenstal. Hele dagen zit de paardenliefhebber achter zijn
bureau in de herenkamer van zijn ouderwetse Groninger villa. Omringd
door ontelbare zilveren en gouden trofeeën, door hem en zijn paarden
gewonnen. De Gouden Zweep, die Quicksilver gewonnen heeft, hangt
tegenover hem aan de muur. Met een plastic bloem in de revers van
zijn klassieke kostuum gaat de heer Smit nog regelmatig naar zijn
54 paarden tellende stoeterij in Zuidhorn, waar die 22ste februari
1949 de 15-jarige Baroline - dochter van Judge Scott en de al even
bekende Française Tourterelle - het leven schonk aan een
welgeschapen mannelijke telg, die Quicksilver S(mit) werd gedoopt.
Het is een soort handelsmerk voor fokker Smit geworden, zijn paarden
de namen van vogels te geven. ("Ik sla er woordenboeken in allerlei
talen voor op.")
Kort na de geboorte doet Smit - zelf ook in Zuidhorn geboren - het
veulen voor 1800 gulden van de hand. Acht jaren hoort hij niet veel
goeds van zijn Quicksilver S. De hengst raakt in handen van vele
binnen- en buitenlandse trainers. Hij wisselt nog eens van eigenaar.
Hij wint weinig; verdient, wat men noemt, net zijn haver, meer niet.
Of hij nou in Duitsland, Frankrijk, België of in Nederland draaft.
Hij loopt slordig, maakt fouten en wordt vaak uitgeschakeld. Als
de achtjarige Quicksilver dan ook nog op de hengstenkeuring afgewezen
wordt, is dat voor zijn Wassenaarse eigenaar zo'n teleurstelling,
dat hij zo gauw mogelijk van hem af wil zijn. Zijn oude baas en
fokker koopt hem terug voor de somma van 5000 gulden. Weer verhuist
hij van trainer naar trainer. Weer moeten drie beroemde trainers:
Willem Geersen, M. Vergay en Bonne de Jong erkennen: "Ik krijg dit
paard niet aan het draven." De hengst is al 9 jaar oud als hij voor 42 gulden in de week in de kost komt
op het luxe entrainement - 20 ha grasland midden tussen de Veluwse
bossen - van trainer Jan Wagenaar sr. in Otterlo. Dan beginnen de
successen. Dan gaat Quicksilver S foutloze koersen lopen en winnen en krijgt Joh Smit de grote successen waar hij al jaren van heeft gedroomd: overwinningen in alle grote koersen in Nederland tot en met de GP der Lage Landen in 1964. Smit is dan 83 jaar oud.
"Ik had het wel gedacht hoor," zegt in Groningen Smit vanachter
zijn bureau. "Quicksilver is een witte raaf, er zit kracht in zijn
glanzende body."
Boven: "Altijd heb ik gehoopt en heden mag ik het dan toch beleven",
aldus de nestor van de eigenaren-fokkers, Joh. Smit (links) uit Groningen,
terwijl hij de felicitaties ontvangt van G.A.C. van der Windt bij de
overwinning van Quicksilver S in de Grote Prijs der Lage Landen 1964.
Jan Wagenaar draagt de erekrans, echtgenote Annie en dochter Yvonne
delen in de hulde. Verder zijn nog te herkennen de heren
R.P Schoonheim (met zonnebril) en Richard Bosma (met bril).
Toevoeging 2017:
Op de website van de Historische Kring Zuidhorn lazen we het volgende:
Joh. Smit was weliswaar een succesvolle zakenman, die twee strokartonfabrieken en veenderijen bezat, maar vóór alles was hij een paardenman! En die paarden liepen op zijn stoeterij in Zuidhorn op de weilanden aan de Oostergast.
Bedrijfsleider van deze stoeterij was de heer Geert Pama. Zijn dochter Coba vertelt in 2013 dat ze het gevoel had dat ze haar jeugd doorbracht op het 'landgoed’ van haar vader. In de hoogtijdagen liepen er op de 21 hectare die het areaal besloeg zo’n veertig schapen, vijftig koeien en wel zestig paarden! Een echte stoeterij. De koeien en schapen werden in het voorjaar aangekocht en in het najaar weer verkocht. Het grazende vee zorgde voor de bemesting van de weilanden, waarop de paarden liepen. En om die paarden, de dravers, draaide het bij Jo Smit! De merries en hengsten deden wat er van hun verwacht werd en jaarlijks werden er zo om en nabij zestien veulens geboren. Coba groeide dus tussen de paarden op. Als kind al hielp ze mee met het verzorgen ervan. Ze hield de drachtige merries in de gaten die op het punt stonden om te 'veulen'. En al op jonge leeftijd leerde ze paardrijden op de pony die zij van Joh. Smit 'kreeg'. Groot was haar verdriet toen het dier op een gegeven moment verkocht werd.
In Coba’s 'landgoed'
spelen de gebouwen en weilanden aan de Oostergast een belangrijke rol. Dat is geen wonder, tenslotte zijn de indrukken die een mens in zijn vroegste jeugd opdoet onuitwisbaar. De luchtfoto die bij de familie Huistra in de gang hangt geeft een duidelijk beeld van de situatie rond 1950. De foto toont een - voor die tijd - grote agrarische onderneming. Een met de landbouw verweven bedrijf dat meer dan een halve eeuw aan veel mensen werk bood. Op de huidige plaats van het gemeentehuis, het transferium en aangrenzende gebouwen stonden vroeger de huizen en bedrijfsgebouwen van de N.V.
Handelsmaatschappij van Joh Smit.
Over Joh. Smit vertelt Coba dat hij weliswaar een man was, die grote zaken deed, maar tegelijk in de dagelijkse dingen een 'zunige knieperd’ was die beknibbelde op alles wat hij als niet noodzakelijke franje beschouwde. Van deze houding noemt zij diverse voorbeelden. Maar haar vader streek in voorkomende gevallen de plooien glad, ondermeer door 'creatief' te boekhouden. Hij wist hoe hij met zijn baas moest omgaan en Smit liet hem in veel dingen de vrije hand en stuurde alleen op hoofdlijnen. De invulling van de details liet hij aan zijn bedrijfsleider over. En zo bestierde vader Pama de 'stroschuur' dus als een soort landheer. Coba heeft haar vader niet anders gekend dan gekleed in colbert met overhemd en stropdas! Hij deed zijn administratie thuis en iedere donderdag reisde hij af naar de Verlengde Hereweg nummer 5 in Groningen waar Jo Smit en zijn vrouw Luise Emilie Becker woonden en waar ook het kantoor van de firma Smit gevestigd was. s’ Middags kwam hij dan weer terug naar Zuidhorn met 'in e buus een dikke puud met geld’. De weeklonen voor het personeel stopte hij vervolgens onder zijn matras. En onder het bed lag, in een leren foedraal, de Duitse bajonet klaar voor het geval dat er ingebroken zou worden. Gelukkig heeft hij dat wapen nooit hoeven gebruiken.
Boven: De villa van het echtpaar Smit pal naast het Hereweg-viaduct
in Groningen. Het kantoor waar bedrijfsleider Pama zich wekelijks meldde
bevond zich op de begane grond. Andere gebouwen zijn verdwenen, maar dit
pand staat er in 2013 nog steeds. Het is de vraag voor nog hoe lang,
want het verkeert in slechte staat.
Einde van de N.V. Handelsmaatschappij
In de vijftiger jaren begonnen de zaken terug te lopen, de vlasbrekerij verdween, de vrachtwagens werden verkocht en de strokartonfabrieken maakten moeilijke tijden door. In feite bleef de stoeterij nog het langst in bedrijf. Ongeveer een jaar voor zijn overlijden deed Smit ook bijna al zijn paarden van de hand en na zijn dood in 1968 werden zijn overige bezittingen verkocht.
(einde tekst Historische Kring Zuidhorn)
Testament
Smit was getrouwd en stierf kinderloos. In zijn testament werd Quicksilver S toegewezen aan de familie Wagenaar. Verder had Joh. Smit in zijn testament zijn geboorteplaats Zuidhorn met
133.500 bedeeld voor sportdoeleinden. Uit dankbaarheid werd
de in die plaats gebouwde sporthal vernoemd naar Quicksilver S.
De opening van de in het Joh. Smit-park gelegen hal gebeurde door
"jonge" Jan Wagenaar in augustus 1978.
Voor de volledige artikelen over Quicksilver S, click hier.
Voor zijn Hall of Fame pagina, click hier
Boven: Prominenten langs de reling:
Van rechts naar links: Fokkersvoorzitter Jaap de Waal, ......... ???,
amateurrijder Richard Bosma (bedrijfsleider voor de paarden van Smit),
Joh. Smit (met hoed) en trainer Bonne de Jong (met hoed).
|